Oorzaak hiervan was een lengteverandering van de metalen slinger (staaf) als gevolg van het uitzetten of krimpen. Het zwaartepunt (eigenlijk het slingerpunt) van de slinger verplaatste zich. Om de afwijkingen te vereffenen zijn talrijke constructies bedacht.
Het doel van deze constructies is de afstand van het ophangpunt tot het slingerpunt constant te houden. In het ideale geval blijft dan ook de slingertijd constant. Sommige inrichtingen wijzigen, bij wisselingen in de temperatuur, automatisch de werkzame lengte van de dunne bladveer, waaraan de slinger is opgehangen.
Meestal echter wordt compensatie verkregen door een bijzondere constructie van de slinger, die daartoe samengesteld is uit meerdere types metalen met een verschillende uitzettingscoëfficiënt.